Moderne kunst - Kunst tussen 1890 en 1940
De jaartallen bij de stromingen
zijn niet altijd exact te bepalen en zijn soms subjectief
Een dynamische vitaliteit beheerste de beeldende kunst
en architectuur van de eerste vier decennia van de twintigste
eeuw. Een drang tot vernieuwing vormde de basis voor diverse
stromingen die in deze tijd ontstonden. Rond 1912 ontstonden
de eerste abstracte schilderijen. De figuratieve kunst bleef
echter in de meerderheid.
Enkele bekende kunstenaars uit die tijd zijn: Matisse, Kirchner,
Kokoschka, Max Beckmann, Kandinsky, Picasso, Georges Braque,
George Grosz, Fernand Léger, Malevitsj, Mondriaan,
Marc Chagall, Paul Klee, Marchel Duchamp, Max Ernst, Hans
Arp, Henry Moore, Brancusi, Giacometti, Giorgio De Chirico,
René Magritte, Dalí en Miró.
Verschillende stromingen worden op de site beschreven, zoals
het fauvisme, expressionisme, Die Brücke, Der Blaue
Reiter, kubisme, orfisme, suprematisme, constructivisme,
De stijl , surrealisme en het dadaïsme.
In de architectuur werden eveneens nieuwe wegen bewandeld. Zij bevrijdde zich van een grote
hoeveelheid conventies uit de voorafgaande eeuwen. Net als
in de beeldende kunsten was het proces van rigoureuze vernieuwing
aan het einde van de negentiende eeuw in gang gezet.
De art nouveau droeg al bij aan de bevrijding van historische
stijlen. In verschillende Europese landen ontwikkelde zich een eigen versie van de Art Nouveau. De Duitse variant wordt Jugendstil genoemd en de spaanse variant wordt modernismo genoemd. Een bekend voorbeeld van deze laatste variant is Gaudi. Zowel de architectuur van Berlage als de art déco
waren verwant aan de Art Nouveau. Architecten als Frank
Lloyd Wright, Walter Gropius, Mies van der Rohe, Gerrit
Rietveld en Le Corbusier zijn nieuwe wegen ingegaan. Hun
invloed blijft voortduren tot de dag van vandaag.
Kunstenaars 1890-1940 (moderne kunst) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|