Beuys
( 1921 Krefeld – 1986 Düsseldorf)
Beuys is één van de invloedrijkste naoorlogse kunstenaars. In 1947 startte hij met een opleiding aan de kunstacademie van Düsseldorf. In 1961 werd hij daar professor in de monumentale beeldhouwkunst. Beuys begaf zich op verschillende terreinen waaronder beeldhouwen, tekenen, performance, concept art, environments en proceskunst.
Kunstproducten waren voor hem ondergeschikt aan visies, ideeën en gedachten. Lange tijd meende hij ook dat kunst een middel was waarmee de wereld verbeterd kon worden. Het optreden en handelen van de persoon Beuys en zijn kunstenaarsschap zijn daarom sterk met elkaar verweven. Hij streefde naar een eenheid van kunst en leven. Vanuit dit oogpunt gezien is het logisch dat zijn politieke ideeën deel uitmaakten van zijn kunstwerken. Beuys sprak over sociale sculpturen.
Beuys werkte met ongebruikelijke materialen als vilt, honing en vet. Het vet en het vilt fascineerden hem door een autobiografische gebeurtenis. Beuys was in de Tweede Wereldoorlog piloot van een bommenwerper. Zijn vliegtuig werd in 1943 neergeschoten. Hij was gewond en werd verzorgd door nomadische Tataren. Zij verzorgden zijn wonden met dierlijk vet. Om hem te beschermen tegen de kou werd hij ingewikkeld in vilt. Metaforische beeldtaal speelt een rol in zijn kunstwerken. Zo verwijzen was en honing wel vaker naar een essay van Rudolf Steiner. De grondlegger van de antroposofie stelde daarin het samenwerkingsverband van bijen als voorbeeld voor de menselijke maatschappij.
Beuys heeft vele Performances gehouden. Tot zijn bekendste behoort ‘Hoe verklaar je schilderijen aan een dode haas? De haas raakte met zijn voorpoten alle werken aan op een expositie in Düsseldorf, terwijl Beuys hoofd besmeerd was met honing en bladgoud. Zoals gewoonlijk was het gesproken woord in deze perfomances uit 1965 van groot belang.
|