Hoog-gotiek
De 13e-eeuwse hoge gotiek straalt evenwicht uit, vooral
in de architectuur. De eenvoudige drie-indeling van de muren
in Chartres werd een voorbeeld voor veel andere bouwmeesters
uit die periode. Met de overwinning op hoogte, bereikt door
hun expertise, verfijnden bouwmeesters de architectonische
verhoudingen, zodat structuren een nog grotere hoogte leken
te bereiken. De rayonante stijl, genoemd naar de straalvormige
traceringen in de roosvensters, verscheen rond het midden
van de eeuw in Frankrijk. Ook de beeldhouwkunst bereikte
een moment van evenwicht door de mengeling van idealisering
en observatie van natuurlijke details. Het meest kenmerkende
beeld van de eeuw is dat op de deurstijl van het gotische
portaal, geanimeerd door een meer levensechte weergave van
de anatomie, door de aanzet tot geïndividualiseerde gelaatsuitdrukkingen
en door een meer fantasierijke behandeling in de plooiing
van draperieën.
Het is tevens de eeuw van gebrandschilderd glas en schitterend
geïllumineerde manuscripten. Glas in donkere kleuren vormt
een integraal deel van het effect van de gotische kathedraal,
waarvan de lichte stenen oppervlakten werden verdoezeld
door het gekleurde licht. Individuele vensters dragen met
hun complexe iconografische programma's bij aan de rijkdom
aan symboliek van de kathedraal. Illuminaties in manuscripten,
een bloeiende kunstvorm omdat meer mensen boeken wilden
bezitten, worden nog weelderiger, met bladgoud en rijke
kleuren. Elegante lijnvoering, gracieuze figuren en pogingen
tot driedimensionaliteit maken van deze periode een hoogtepunt
in de productie van mooie boeken. [1]
|