Etsen
Los Caprichos
Los Caprichos (Grillige invallen) is de naam van de eerste grote serie
etsen van Goya. Deze bestaat uit 80 aquatint platen. De Caprichos zijn
duidelijk gericht op de toenmalige maatschappelijke situatie in Spanje.
Zijn maatschappijkritisch visie wordt nu gericht aan een veel groter
publiek. Deze serie etsen bevat onder andere een aanklacht tegen de
politieke en kerkelijke toestanden. De inhoud van de Caprichos bracht
Goya in moeilijkheden. De Inquisitie had namelijk actie ondernomen tegen
Goya voor het maken van de Caprichos en de naakte Maya.
In 1799 werden de Caprichos gepubliceerd in een oplage van 300 exemplaren.
Nadat er nog maar 27 kopieën verkocht waren, haalde Goya deze serie
uit de verkoop omdat hij voor moeilijkheden vreesde met de Inquisitie
en de politiek. In 1803 werd deze zaak in de doofpot gestopt doordat
de koning zei dat hij met opzet Goya de opdracht had gegeven om de Caprichos
te maken. De koning beval Goya om alle onverkochte sets en de koperen
platen aan hem te geven. Deze order redde Goya van de politiek en de
Inquisitie.
In Februari 1799 stond in de Diario de Madrid een advertentie voor de
Caprichos. In deze advertentie worden de Caprichos aangekondigd en wordt
er aangegeven waar ze over gaan. Het volgende staat in deze advertentie:
‘Hoewel de kunstenaar ervan overtuigd is dat kritiek op de menselijke
dwalingen in de eerste plaats behoort tot het terrein van het gesproken
woord, is toch ook de beeldende kunst daartoe in staat; hij heeft een
keuze gemaakt uit alle dwaasheden, vooroordelen en bedreigingen die
worden ingegeven door onwetendheid en eigenbelang, teneinde deze aan
de kaak te stellen; tegelijkertijd zijn zij een uitdaging aan de fantasie
van de kunstenaar’.
De Caprichos hebben dus een moraliserend en didactisch doel. Goya geeft
kritiek op bepaalde ‘menselijke dwalingen’ en hoopt waarschijnlijk
op deze manier dergelijke dwalingen te bestrijden. Enkele voorbeelden
van dwalingen die in de Caprichos terug zijn te vinden zijn het misbruiken
van religieuze macht, het bijgeloof, snobisme, sociale onrechtvaardigheid,
etc.
De koperen platen zijn voorzien van een korte, vaak satirische tekst.
Ondanks dit samengaan van woord en beeld is de inhoud van sommige platen
niet zo duidelijk. Gezien de toenmalige omstandigheden was Goya genoodzaakt
zijn bedoelingen versluierd weer te geven. Er is wel vaker een verschil
tussen de teksten op de platen die klaar waren voor publikatie en de
proefdrukken. Er zijn meerdere geschreven verklaringen van deze onderschriften
uit Goya’s tijd, de bekendste zijn het Prado-, het Ayala-, en
een variant op het Ayala-manuscript. Het is niet bekend of dit manuscript
door Goya zelf of door één van zijn vrienden is geschreven.
De teksten varianten zijn van aantekeningen op voorstudies.
Los Caprichos No. 43: The sleep of reason produces monsters
Corbis Collection
Buy posters at AllPosters.com
De slaap van de rede baart monsters, Capricho no 43, 1799, ets en aquatint,
21.6 x 15.2
Volgens D. de Hoop Scheffer wordt duidelijk wat Goya
wilde zeggen in de Caprichos in een tekst van een tekening uit 1797.
Deze tekening heeft Goya later omgewerkt voor de prent Caprichos nummer
43. Boven deze tekening staat ‘droom’ en in een onderschrift
staat: ‘De kunstenaar droomt. Zijn enige doel is om schadelijke
en zondige gedachten uit te bannen en in deze Capricci te getuigen van
de waarheid’, Op de prent die gemaakt is naar aanleiding van deze
tekening staat linksonder eveneens een tekst namelijk ‘De slaap
van de rede brengt monsters voort’. Waarschijnlijk was deze prent
bedoeld als titelblad. Eleanor Sayre heeft ontdekt dat Goya mogelijk
‘inspiratie’ had opgedaan uit twee gegraveerde picturale
titelpagina’s in een Parijse editie uit 1793 van Jean Jacques
Rousseau’s Philisophie. Alle essentiële elementen van plaat
43 zouden in deze twee titelpagina’s terug te vinden zijn: de
man die zijn hoofd op een bureau leunt, de uilen, de vleermuizen en
de grote kat. Goya vreesde waarschijnlijk dat de bron van zijn inspiratie
ontdekt zou worden en tot problemen konden leiden met de politieke en
de kerkelijke machten voor wie de naam Rousseau zelf toen een vervloeking
was. Goya heeft daarom gekozen voor een ander titelblad, een zelfportret,
dat hij later had gemaakt. Sympathie voor de ideeën van de verlichting
blijken ook uit de inhoud. Hij hekelt bv. macht misbreuk en willekeur
van monarchie, kerk adel en justitie. Hij leeft eveneens mee met het
volk wat hiervan het slachtoffer is.
Los Caprichos No. 37: Might not the pupil know more?
Burstein, Barney
Buy posters at AllPosters.com
Via de bovenstaande poster kunt u reproducties zien van andere werken van Goya.
Los desastres de la Guerra
Goya’s tweede grote etsenserie is Los desastres
de la Guerra (De onheil van de oorlog), waaraan hij rond 1810 begon.
Dit is een serie van 83 etsen die als onderwerp de Spaanse nationale
opstand in 1808 tegen Bonaparte heeft. Waarschijnlijk heeft Goya meerdere
van de Desastres-onderwerpen echt gezien. Dit is af te leiden uit de
onderschriften van plaat 44 waaronder staat ‘Ik zag het’
en van plaat 45 waaronder staat ‘En dit ook’. Wat onderwerp
betreft kan de reeks verdeeld worden in drie groepen, namelijk de oorlogsscènes
zelf waarin we o.a.zien hoe de Franse troepen meedogenloos de volksopstand
probeerden te bedwingen. Hierop volgen de hongersnoodscènes (er
was in Madrid van September 1811 tot Augustus 1812 een hongersnood die
het leven kostte aan meer dan 20.000 stedelingen: nummers 48-64) en
de Caprichos enfâticos (nadrukkelijke Caprichos).
De Caprichos enfâticos verschillen zowel thematisch als stilistisch
sterk van de eerder gemaakte etsen voor deze serie. Ze zijn waarschijnlijk
veel later toegevoegd aan deze serie. Op de platen met oorlogsscènes
en de hongersnoodscènes zijn realistische afbeeldingen te zien
zijn (met uitzondering van plaat 40 waarop een vrouw staat afgebeeld
die met een monster vecht). In de Caprichos enfâticos wordt daarintegen
een surreële wereld getoond. Waarschijnlijk bevatten de Caprichos
enfaticos versluierde aanvallen bevatten op de na-oorlogse omstandigheden
(personen, kerk en staat).
De gehele serie is pas voor het eerst gepubliceerd in 1863, 35 jaar
na de dood van Goya. Toen in 1863 de serie Los Desastres de la Guerra
uitgegeven werd door de Academia de San Fernando was dit in een geschonden
vorm. De Academia had er een nieuw gegraveerde titelpagina aan toegevoegd,
de aquatint achtergronden enigszins geretoucheerd en zelfs aan de etsplaten
zelf hadden ze geknoeid! Af en toe was zelfs het formaat veranderd.
Ook heeft de tekening, die Goya heeft aangebracht met een etsnaald,
veel aan kracht verloren door de zwaar aangebrachte aquatint. De ongeveer
250 proef drukken die Goya heeft gemaakt van Los Desastres de la Guerra
in de jaren 1810-1820 tonen ons de platen in ongeschonden vorm. Goya
heeft twee complete series proefdrukken weggegeven, één
aan zijn vriend Céan Bermudez.
|