Adolf Loos
( 1870 Brünn – 1933 Kalksburg bij Wenen)
Adolf Loos hoort tot de belangrijkste Europese wegbereiders van de moderne architectuur. Hij is een voorloper van het functionalisme en hij inspireert invloedrijke architecten als Walter Gropius, andere leden van het Bauhaus en Le Corbusier. De Oostenrijkse architect heeft overigens ook vernieuwende kunstnijverheidsproducten ontworpen. Zijn spraakmakendste werk als architectuurtheoreticus is zijn in 1908 gepubliceerde Ornament und Verbrechen. Puur decoratieve versieringen verwerpt hij in deze publicatie. Hij behartigt functionaliteit, zakelijke eenvoud en geometrische helderheid in woord en bouw. Doelmatige vormgeving gaat gepaard met geraffineerd verhoudingen. Hij is daardoor in staat om een geslaagde compositie te maken van slechts ramen en deuren in een verder strakke witte gevel.

Looshaus
Adolf Loos is geboren als zoon van een steenhouwer. Hij heeft gestudeerd in Wenen en Dresden. Daarna is hij van 1893 tot 1896 naar de Philadelphia gegaan (VS). Zijn verblijf in de Verenigde Staten (1893-1896) heeft hem als architect diepgaand beïnvloed. De Chicago School, vooral de functionele stijl van Louis Sullivan, heeft hem geïnspireerd. Zakelijke Amerikaanse gebouwen vormen de aanzet tot zijn eigen puristische uitgangspunten.
In 1896 keert Adolf Loos terug naar Wenen. Hij vestigt zich daar als architect. Bij aanvang had hij sympathie voor de Sezession. Dit blijkt uit de door hem geleverde bijdragen voor hun kroniek Ver Sacrum. Aan de goede betrekkingen met de leden van de Weense Sezession komt in 1898 een einde door een artikel van Loos in Ver Sacrum met de titel Die Potemkin’sche Stadt. Daaropvolgend heeft Adolf Loos een pennenstrijd gevoerd tegen de Secessie-kunst en andere vormen van Jugendstil. Hij nam onder meer stelling tegen hun vormenovervloed.
American Bar
Gedurende de eerste jaren na zijn terugkomst in Wenen is Adolf Loos alleen in de gelegenheid gesteld om interieurs in te richtten, waaronder Café Museum en de American Bar. Zijn allereerste Weense werk betreft het interieur van de herenmodezaak Goldman und Salatsch uit 1898. Dit eenvoudige ontwerp is direct baanbrekend door het achterwege laten van decoratie. Daar stelt hij verfijndheid, zuivere lijnen en kostbare materialen tegenover. Mahoniehouten panelen en marmer nemen in haast al zijn interieurs een prominente plaats in. Tussen 1903 en 1906 heeft hij zijn eerste woonhuis ontworpen, Villa Karma aan het Meer van Genève. Zijn belangrijkste bouwwerken zijn Haus Steiner (1910, Wenen) en het pand aan de Michaeler Platz (Looshaus,1910, Wenen).
Adolf Loos heeft in 1906 een vrije bouwkunde-academie gesticht en in 1912 een eigen bouwacademie ( gesloten in de Eerste Wereldoorlog). Van 1920 tot 1922 werkt hij in Parijs als hoofdarchitect van een huisvestingsorganisatie voor oorlogsvluchtelingen. Hij heeft invloed uitgeoefend op de Franse bouwkunst, vooral op Le Corbusier. Zijn bekendste in Parijs gerealiseerd bouwwerk is het Tristan Tzsara-huis (1925).In 1928 keert hij weer terug naar Wenen.

American Bar
De in 1907 door Adolf Loos ingerichte Kärtner (of American ) Bar bevindt zich in de Kärnter Durchgang te Wenen. Hij heeft de kleine en relatief smalle ruimte optisch vergroot met spiegels. Tot in de kleinste detailles heeft hij het streng geometrisch geordende interieur vorm gegeven. Tot de bijzonderheden horen de van onderen belichte tafels. De ruimte is met kostbare materialen aangekleed. Voor het cassetteplafond heeft hij marmer gebruikt en voor het meubilair en de panelen mahoniehout. Het bijzonder praktische interieur is in 1990 gerestaureerd. Loos heeft ook de façade van het door de Angelsaksische cultuur beïnvloedde café veranderd. Opvallend is de enorme lichtbak boven de ingang met daarop de Amerikaanse vlag en de tekst Kärtner Bar.
Looshaus op de Michaelerplatz
gebouwd tussen 1909 en 1911, Wenen
Kritiek vanuit de overheid, het Keizerlijke Huis, de bevolking en de pers heeft Adolf Loos te verduren door zijn ontwerp voor een kleermakerij, later het Looshaus genoemd. De ligging van het Looshaus, in de deftige buurt tegenover het Hofburgcomplex, zal ongetwijfeld de reacties hebben versterkt. De bouw werd door alle commotie diverse keren stilgelegd op last van de gemeente. Tot degenen die ontsteld zijn over dit ontwerp hoort keizer Frans Jozef. Hij heeft geklaagd dat het Looshaus zijn zicht vanuit de rechtervleugel van het Hofburgcomplex verpest. Gelukkig is de opdrachtgever, het Joodse confectiezaak Goldman & Salatsch, trouw gebleven aan het ontwerp van Loos.
Alle commotie rond dit gebouw is tegenwoordig moeilijk voor te stellen. De kritiek richt zich hoofdzakelijk op de strakke façade zonder versiering. Dit is een vanzelfsprekend element in de moderne architectuur, maar op het moment van de bouw zijn ornamentiek, pilasters, raamlijsten en kroonlijsten een vanzelfsprekende elementen van een gevel. De strakke witte muren van de bovenste verdiepingen lijken extra kaal tegenover de met sterk geaderde marmer uitgerustte benedenverdieping. Adolf Loos heeft op last van de overheid bloembakken moeten toevoegen om het contrast af te zwakken.
Het uiterst vernieuwende ontwerp staat niet volledig los van de classicistische traditie. De strenge symmetrie, het marmer op de begane grond, de classicistische elementen in de entree en de verdeling in onderbouw, kroonlijst en bedaking getuigen daarvan.
Het functionele interieur is bijzonder elegant en oogt exclusief door de mooie materialen en de zorgvuldige vormgeving. Het Loospand is vanaf 1987 gerenoveerd door een Weense bank. De originele bouwtekeningen werden zorgvuldig bestudeerd, een gedeelte van het interieur is in oude staat hersteld en zoekgeraakt onderdelen zijn opgespeurd.
Haus Steiner, Haus Moller en Haus Scheu
Met Haus Steiner heeft Adolf Loos in 1910 de architectonische vormgeving radicaal vereenvoudigd. Deze baanbrekende betonconstructie bestaat uit opeengestapelde rechthoeken. In opeenvolgende villa’s experimenteert Adolf Loos verder met dit principe. In Haus Scheu (1912-1913) voegt hij voor het eerst getrapte en geterrasseerde kubusvormen toe. Dit gebouw aan de Larochegasse 3 is door latere aanbouwen in gewijzigde vorm overgeleverd. In het Weense Pötzleinsdorf staat Haus Moller (1927-1928). Het draagt zeer radicaal de architectuur visie van Loos uit. Het onversierde kubusvormige gebouw getuigt ook van zijn subtiele gevoel voor verhoudingen. De ruimtes in het interieur zijn overigens bepalend voor het exterieur. Met dergelijke blokvormige gebouwen experimenteert later ook het Bauhaus.
|